KRALENNAALDEN Deze zijn over het algemeen dun tot zeer dun. Zij moeten immers door het rijggat van allerlei kralen passen en soms moeten zij zelfs meerdere keren door het zelfde rijggat gestoken kunnen worden. Het oog mag daarom niet breder (dikker) zijn dan de naald zelf. Om het toch nog mogelijk te maken dat je een rijgdraad door dit oog kan steken, is het oog langwerpig van vorm.
Kralennaalden worden vaak als (extra) lange naald gemaakt; dat maakt het makkelijk om er een heleboel kraaltjes achter elkaar mee op te pikken en daarna pas de kraaltjes op de rijgdraad te schuiven. Als een (lange) naald alleen maar voor het aanrijgen wordt gebruikt, hoeft er geen scherpe punt aan te zitten. Een lange naald is ideaal om veel rijgwerk mee te doen. Maar ook ideaal om tijdens het rijgen goed zicht te houden op het gewenste patroon van je kralen, die zich op de naald bevinden. Eventueel kunnen de kralen ook weer makkelijk van de naald af worden geschoven. Dat laatste is veel moeilijker als ze al op de rijgdraad zitten.
Als je daarentegen een naald wilt gebruiken om kraaltjes in borduurwerk mee te nemen of op textiel vast te naaien, dan heb je juist een scherpe, korte (kralen-)naald nodig. Deze korte, scherpe (kralen-)naalden moeten over het algemeen behoorlijk buigzaam zijn om het mogelijk te maken dat je er sieraden mee kunt afwerken; bijvoorbeeld vlak bij een slotje de draad meerdere keren wegsteken door het bestaande werk. Kies dan een dunne of extra dunne kralennaald. Om een veerkrachtige, sterke en en toch buigzame kralennaald te maken, wordt deze altijd van staal gemaakt. Om het staal te beschermen en om de naald zeer glad te maken, wordt hij vrijwel altijd vernikkeld.
De fabricage van naalden was rond 1850 een ambachtelijk proces, dat alleen door de meest ervaren fijn-metaalbewerkers kon worden volbracht. Traditioneel was Engeland (en later ook India) de bakermat van waaruit naalden over de hele wereld verscheept werden. Momenteel zijn de meest bekende en beroemde naaldenfabrieken nog steeds in Engeland en India gevestigd. Het fabricageproces is inmiddels voor een belangrijk deel geautomatiseerd, maar de afwerking van het oog en de controle zijn taken, die nog steeds met de hand (en het oog) worden verricht.
De kwaliteit van een naald wordt door een belangrijk deel door de afwerking van het oog bepaald. Als het oog stevig is (er wordt hard aan getrokken...) en aan de binnenkant vrijwel zonder hapers of scherpe randjes is, spreken we van een naald van hoge kwaliteit. Het gebruikte staal, de zuiverheid en de dikte van de nikkellaag, de grootte van het oog en de afwerking (scherpte) van de punt zijn de overige factoren, die de kwaliteit bepalen. Je begrijpt nu dat het voor de gemiddelde consument echt moeilijk is om te beoordelen of een naald van hoge kwaliteit is of niet.
Hieronder staat de dikte-tabel, welke door de meeste naaldenfabrieken wordt gehanteerd. Een vuistregel is dat je een rijgdraad mag gebruiken, die hoogstens de halve dikte heeft van de naald. Bijvoorbeeld, als je rijgdraad wilt gebruiken met een dikte van 0,23 mm, dan moet je een naald van 0,46 mm (maat 10) of dikker hebben. Als je een niet te dikke rijgdraad gebruikt, is het handig om bij de dunste naalden een draaddoorhaler te gebruiken. Zeker als het om een gevlochten, pluizende rijgdraad gaat. Bij gebruik van een draaddoorhaler is het belangrijk dat je rijgdraad niet te dik is, anders trek je de draaddoorhaler makkelijk stuk.
Maat 1 1,16 mm diameter Maat 2 1,02 mm diameter Maat 3 0,94 mm diameter Maat 4 0,86 mm diameter Maat 5 0,76 mm diameter Maat 6 0,69 mm diameter Maat 7 0,65 mm diameter Maat 8 0,61 mm diameter Maat 9 0,53 mm diameter Maat 10 0,46 mm diameter Maat 11 0,41 mm diameter Maat 12 0,37 mm diameter Maat 13 0,32 mm diameter Maat 14 0,28 mm diameter Maat 15 0,24 mm diameter
Let op: hoe groter de maat, hoe dunner de naald.
|